Mijn kijk op opvoeding
Al geruime tijd wil ik zo graag uitleggen hoe mijn kijk op opvoeding is maar ik vond de woorden nooit. Net zag ik een filmpje van een kind (geschat 3 jaar) dat helemaal in crisis gaat nadat ze ziet dat haar zus een mooie fiets krijgt voor haar verjaardag. Het kind is duidelijk jaloers.
In dit geval zijn er volgens de kijkers twee opties. De meningen over deze opties zijn verdeeld. De ene groep vindt dat het jaloerse kind gewezen moet worden op het feit dat het leven niet om haar draait, dat zij geen recht heeft om zo te reageren als haar zus iets leuks krijgt, dat ze beter even op de gang wordt gezet om de feestvreugde van haar zus niet te bederven. Grenzen zijn nodig én het kind moet leren dat de wereld niet om haar draait.
De tweede groep vindt dat het kind nog veel te jong is om te kunnen omgaan met zo’n sterke emoties en dat de ouders best aan het kind kunnen uitleggen dat de fiets ‘ook een beetje voor haar is’ of dat ze beter ook een klein cadeautje voor de jongste hadden voorzien om dit te voorkomen. Sommigen vinden zelfs dat de ouders beter 2 fietsen hadden gekocht: één voor haar en één voor haar zus.
En alle twee de meningen hebben een punt: een kind moet leren dat de wereld niet om haar draait én een driejarige is nog te jong om zelfstandig met deze emotie om te gaan.
Dus wat doen de ouders in dit geval best? Naar mijn mening alleszins:
Het kind bij zich pakken, laten uitrazen (wenen dus, niet slaan en stampen, dat mag niet, daar moet streng op gereageerd worden als in “je mag verdrietig zijn, je mag boos zijn, maar je mag niemand pijn doen dus als je stampt en slaat zet ik je even van mij weg tot je hiermee kan stoppen”). Het gemiddelde kind zal echt wel snel uitgeweend zijn eens het de steun van iemand voelt, de bevestiging dat het kind mag voelen wat die voelt. In de armen van papa of mama. Je kan het kind dan vragen “ben je boos?” of “ben je verdrietig?” of beter nog, als het kind al eerder in aanraking kwam met deze termen en genoeg woordenschat heeft van zichzelf, “wat voel je?”.
Vragen “waarom?” is iets moeilijker, vaak weten kinderen helemaal niet van zichzelf waarom. Het “overkomt” hen gewoon. Zeker als dit de eerste keer is dat zo’n kind de kans krijgt om effectief aandacht te schenken aan deze emotie. Je kan suggesties geven over het waarom zoals “‘vind je het leuk dat je zus deze mooie fiets krijgt?” of “wil je ook zo’n fiets?”. Voorzichtig natuurlijk, je wil geen gedachten in het hoofd stoppen van je kind die er eigenlijk niet waren.
Misschien is het kind wel helemaal niet van streek vanwege jaloezie voor de fiets, misschien wou het kind haar cadeau aan de zus eerst geven of is ze verdrietig omdat ze haar tekening voor haar zus kwijt is.
En dan uitleggen “als jij verjaart dan krijg jij een cadeau, nu verjaart je zus en kijk wat een mooie fiets! Ze is er heel gelukkig mee en jij mag jaloers zijn, je mag boos of verdrietig zijn, het blijft wel jou zus haar fiets. Nu vieren we haar verjaardag, eten we samen met haar meer taart. Eet je graag mee taart? Wil je graag ook cadeautjes als jij verjaart?” En klein gesprekje dus.
En dan “wat wil je nu doen? Mee het feestje vieren?”. Niet van “wat wil je nu doen? Boos blijven of gelukkig zijn voor je zus?”. Emoties heb je niet zo maar te kiezen. Wie WIL er nu boos zijn en wie WIL er nu niet gelukkig zijn. Voor emoties kunnen we niet afgestraft worden, die zijn altijd oké, altijd terecht, altijd welkom. We moeten kinderen wél leren hoe hier mee om te gaan zonder het voor hen op te lossen (dus zonder hen ook een cadeau te geven) of zonder hen te leren om deze maar snel diep weg te stoppen (wat sowieso zal resulteren in wegloopgedrag in een verslaving, depressie, destructief gedrag,…).
Als het kind hier nog beter mee vertrouwd is dan kan je zelfs vragen “wat heb jij nu nodig?”. Mijn driejarige weet dat niet zo goed, hoewel, vaak heeft ze gewoon dikke knuffels nodig en een luisterend oor. Mijn 9 jarige daarentegen, die weet EXACT wat ze dan nodig heeft (even alleen zijn, tekenen, knuffels, slaap,…). De oudste dochter moet nog een beetje geholpen worden hierin, dan geef ik suggesties zoals “zou het helpen om even te gaan wandelen?” of “helpt een dikke knuffel van mama?”.
Dat is mijn kijk op opvoeding: duidelijke grenzen stellen in combinatie met hen leren hun eigen innerlijke wereld te ontdekken, zich er bewust van te worden, te respecteren en hier op een constructieve manier mee om te gaan. Door het hen voor te doen, door het met hen te doen. Steeds een beetje minder tot ze het zelf kunnen.
Lukt dit altijd? Uiteraard niet! Wat ga je doen? De overgelukkige zus met haar fiets zeggen dat ze even moet wachten met haar geluk want nu heeft zus een half uur de tijd nodig voor emotieregulatie met de mama? Eén van de twee zal even moeten wachten en het is helemaal oké als dat de jongste, wenende, op de grond roepende, zus is. Als volwassenen moeten we immers ook leren dat we soms ‘uitgesteld’ met onze eigen emoties om moeten.
Het vergt daar bovenop ook nog eens een goede emotie regulatie van onszelf. En dat hebben we zeker niet allemaal meegekregen! Weet je nog die tweede wereldoorlog? Toen waren mensen getraumatiseerd. Nadien moest de samenleving terug opgebouwd worden, letterlijk. Dus hoe gingen we dat best zo efficiënt mogelijk doen? Even onze trauma’s negeren, emoties wegstoppen, netjes luisteren en hard werken, de straten heropbouwen, de kinderen weer braaf op school…
De kinderen en de ouders hadden geen kans om te leren omgaan met emoties, die hadden toen geen plaats. Dus generaties lang is dit niet goed kunnen doorgegeven worden. Het was ook niet perse nodig, men moest vooral in het rijtje lopen en ‘leren luisteren’ naar wat de bazen zeiden zodat de economie kon draaien, de kinderen braaf les konden volgen,..
Nu, in deze tijd, is zelfregulatie meer dan ooit HOOGST noodzakelijk. We moeten vooral stoppen met “luisteren”. We moeten leren denken voor onszelf, innovatief en creatief zijn, van het platgetreden paden afgaan en nieuwe wegen creëren,… We zullen MOETEN als we als mensheid in deze onzekere en moeilijke tijden, waar ongeziene problemen op ons afkomen waarvan we nu de volledige impact nog niet kennen, waarvan we nu nog niet weten hoe we deze moeten oplossen, willen laten voorbestaan! Én we kunnen dat niet alleen, we zullen ons meer dan ooit moeten verbinden met elkaar, steun vinden bij elkaar, elkaar helpen, elkaar stimuleren om verder out of the box te denken. En dat net in een maatschappij die individualistischer lijkt dan ooit te voren.
Dus wij, en vooral onze kinderen, hebben twee dingen nodig: zelfregulatie én verbinding met anderen. Daarvoor hebben ze ons nodig als coach om om te leren gaan met hun eigen emoties én om rekening te houden met anderen (zonder zichzelf daarbij te miskennen, zonder hun eigen noden te onderdrukken).
Zoals ene goede vriendin van mij zei ‘het is niet echt opvoeden, het is coachen in hen te helpen te worden wie ze al zijn’.
Maak jouw eigen website met JouwWeb