De doodsangsten van mijn innerlijke kind

Ik werk graag waar ik nu werk. Er is veel chaos hier, we hebben allemaal nog veel te leren, soms is het moeilijk om te weten wat er van mij verwacht wordt. Dat zijn natuurlijk niet de redenen waarom ik hier graag werk, ik werk hier graag want ik word hier gezien. Ik mag zijn wie ik ben, mijn noden worden gerespecteerd, mijn kwaliteiten erkend. Het voelt een beetje als thuiskomen: eindelijk! Ik mag wezen wie ik ben en men apprecieert er mij nog voor ook.       
Er is één groot probleem: mijn opdracht loopt eind deze maand definitief af. Het was een tijdelijke opdracht, ik heb mijn vaste benoeming opgegeven voor een tijdelijke opdracht. Waarom? Omdat het risico zeer minimaal is. Ik weet dat ik wel werk vind “als het moet” en als dat dan toch niet lukt dan wee ik dat ik wel even toekom “als het moet”. Ik vond het best spannend, zo niet weten wat er daarna zou komen, ik ging wel zien.

Nu zijn we dus bijna aan die daarna. En ik weet het nog steeds niet. Als ik dan diep in mezelf kijk dan zie ik dat ik dat helemaal oké vind om dat niet te weten. Mijn leven mag wel eens een keertje niet uitgestippeld zijn, de toekomst mag wel eens een keertje onzeker zijn. Ik heb nog zoveel ideeën, nog zoveel plannen, nog zoveel onderontwikkelde kwaliteiten. Ik heb nog drie schatten van kinderen, die mama’s aandacht best ook wat meer zouden willen. Dus het is oké, ik zie wel, het komt goed, het komt altijd goed. Hoe langer ik hier werk, hoe meer mijn zelfvertrouwen groeit en hoe meer ik weet dat het allemaal gewoon goed komt.

En toen was er gisteren. Gisteren hoorde ik dat er nog niets beslist is over wat ik hier volgend schooljaar kan doen. Er zijn nog wat gesprekken nodig, het is allemaal niet zo simpel. Het klonk rationeel aannemelijk maar ik sloeg in paniek, zware paniek. Ik hoorde het wel, het “wacht even af, het komt wel goed, we vinden wel iets voor jou, we willen jou niet kwijt” maar ik geloofde er niets van. Mijn innerlijke stem, die schreeuwde “ze liegen, ze willen jou niet, je bent niet goed genoeg, ze hebben een heel jaar gelogen,…” klonk zo veel luider.

Wat doe je dan op zo’n moment? Ik ging naar huis en liet eerst alle emoties toe. Weende en weende, tot er geen tranen meer wouden komen. En dan ademde ik, doelbewust, mindfull, met de aandacht naar de kern van mijn zijn, de kern van het probleem. Ik voelde doodsangsten. Ik zag een klein kindje, diep vanbinnen in mij, die bang was. Doodsbang om niet meer te mogen bestaan, geen bestaansrecht meer te mogen hebben. Ik heb haar kunnen geruststellen en kunnen vertellen dat ik ze gezien heb en dat ik ze nooit meer zal verlaten. Ik wou haar zo graag knuffelen en zo graag beschermen tegen alles in de wereld. Maar dat ging niet, dat meisje bestaat niet meer. Het enige wat nog van haar overblijft zijn de mooie herinneringen en de trauma’s die ik meedraag. Geen idee van waar die komen, die trauma’s, een goede en veilige opvoeding heb ik zeker wel gehad. We zullen allemaal wel een beetje getraumatiseerd zijn.

Dat is nu ook niet zo belangrijk ,van waar die komen. Wat belangrijker was was dat ik mezelf beloofde, en vooral mijn innerlijke kind, om ze nooit meer in de steek te laten. En toch zeker niet voor een job! Mijn innerlijk kind was bang om zich terug te moeten gaan verstoppen, in de hoop dat ik toch maar in dat rijtje pas. Om mezelf terug kleiner te moeten maken dan dat ik ben, om mijn kwaliteiten weer te verstoppen, om mijn waarden en normen en passie en gedrevenheid te verloochenen om toch maar in dat rijtje te passen.

Het is best eng om aan dat meisje te beloven om, koste wat het kost, haar nooit meer te verlaten. Want dan pas ik dus niet in een rijtje. En waar is mijn plaats dan nog op deze arbeidsmarkt, in deze maatschappij? Vind ik die ooit wel? Is het oké om geen plaats te vinden en die gewoon zelf te creëren?      
Ik ben zeker niet de enige die die plaats niet vind. Ik heb het geluk gehad dat ik dit alles mocht voelen en mocht zien. Dat ik besef dat ik niet zo overdreven in paniek geraakte met de gedachte om Semper te verlaten. Semper is fantastisch, maar ik ga heus niet dood zonder.

En mijn kleine meisje, die zie ik vanaf nu even graag als mijn drie dochters. Ik zal ze beschermen, ik zal ze koesteren, ik zal haar ondersteunen zodat ze verder kan groeien en de wereld kan ontdekken op haar manier. Ze mag er zijn, helemaal zoals ze is.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.