Vergeven
Vandaag ging ik de laptop terugbrengen naar mijn vorige werkgever. Het is een beetje schandalig: ik werk er al meer dan een maand niet meer. Erger nog, ik heb de laptop al meer dan een jaar niet meer gebruikt want toen had ik plots drie laptops en wie werkt er nu afwisselend op drie laptops?
Dus niet integer, niet volgens mij eigen waarden en normen: de laptop te lang gehouden. En toch deed ik het natuurlijk niet helemaal onbewust. Ik ben wellicht al minstens 10 keer voorbij de ex-werkgever gefietst, zelfs al een paar keer terwijl ik voor ik vertrok dacht “zou ik de laptop ineens meenemen”. En telkens was mijn eigen antwoord “nee, een andere keer”.
Had ik de laptop ooit terug gegeven als ze mij er gisteren niet specifiek telefonisch naar hadden gevraagd? Ik heb gedacht aan scenario’s om hem door iemand anders te laten brengen of hem mee te geven met een ex-collega. Of hem, vlak voor het openingsuur, voor de deur van het secretariaat te gaan leggen zodat ik niemand zou tegenkomen. Zo van die niet integere zaken. Handelingen die totaal niet passen bij wie ik ben, bij wie ik wil zijn, bij mijn eigen waarden en normen.
Dus vandaag ging ik, na een slapeloze nacht, zwetend van de zenuwen, naar mijn ex-werkgever met een zo nette mogelijk laptop. Onderweg vroeg ik mezelf af waarom ik toch zo zenuwachtig was. Had ik ze al vergeven voor hoe ze mij oneerlijk behandeld hebben? Nee niet helemaal. En waarom niet? Had ik mezelf al vergeven? Ik kon mezelf gemakkelijk vergeven voor het niet integere gedrag; voor het te lang houden van de laptop en het verbreken van een belofte die ik een jaar geleden had gedaan. De omstandigheden hebben mij tot dat punt gedreven. Kon ik mezelf vergeven omdat ik te lang was gebleven? Langer dan dat goed was voor mij? Hoewel ik voelde dat ze mij niet goed behandelden, hoewel ik mezelf niet kon zijn, hoewel ik langzaam eenzamer werd op mijn werkplek, hoewel ik opportuniteiten genoeg had, hoewel ik langs alle kanten advies kreeg om “ze te laten stikken en gewoon elders te gaan werken” bleef ik toch. Véél te lang, zo lang dat ik mezelf weer een stukje verloor. Dat ik wéér moest herstellen. Wéér, een trauma dat zich herhaalde, voor de zoveelste keer. Ik was té veel, ik was té raar, ik wou té snel té veel, ik was té idealistisch, té eerlijk, té gedreven, té kritisch, … Gewoon té mezelf. En hoewel ik me altijd voorhield dat ik “toch maar lekker mezelf bleef”, bleef ik dat niet. Zo verloor ik telkens opnieuw, telkens als ik ergens “té” was, een stukje van mezelf.
Heb ik mezelf daar al voor vergeven? Voor het verloochenen van mezelf, voor het pijnigen van mijn eigen innerlijke kind, voor het ontkennen van het bestaan van mijn geweldige ziel en van mijn levensmissie, voor het verstoppen van mijn immense levensenergie, voor het mezelf kleiner maken omdat anderen dat wouden. Niet omdat iemand dat nodig had, omdat ego’s dat wouden. Zodat ze niet moesten overgaan tot zelfreflectie, zodat ze niet geconfronteerd werden met hun eigen onzekerheden. Waarom deed ik dat toch? Waarom deed ik dat zo vaak in mijn leven?
Een kind kan je dat niet kwalijk nemen: een kind overleeft. Een kind is afhankelijk van de volwassenen. Dus was er ergens een leraar die mij de (onrechtstreekse) boodschap gaf dat ik wat minder mezelf moest zijn? Waren er leeftijdsgenoten die mij liever niet zagen voor wie ik was? Was ik soms een spiegel voor mijn ouders waar ze nog niet aan toe waren om in te kijken? Of zijn de trauma’s zich beginnen ontwikkelen toen ik begon te werken. Nooit goed genoeg, nooit genoeg passend in het rijtje, vaak té veel, té bedreigend, té raar, iemand waar mijn baas te weinig ‘grip’ op kon krijgen,… .
Doet het er toe waar de oorsprong ligt? Misschien ligt de oorsprong wel in een vorig leven. De vraag is: kan ik mezelf vergeven? Kan ik mezelf weer vertrouwen? Zodat ik, zonder angst, nu wel écht mijn volledige zelf kan zijn. Met al mijn grootsheid, mijn geldigheid, mijn mega energie, mijn wondermooie missie, mijn stralende ziel.
Als ik mezelf kan vergeven, kan ik dan ook anderen vergeven? Ook al weet ik niet meer wie die anderen allemaal zijn. Of moet ik eerst de anderen vergeven voor ik mezelf kan vergeven? Loopt dit misschien samen?
Hoe kan ik er voor zorgen dat ik mezelf nooit meer zal verloochenen, mezelf nooit meer in de steek zal laten, dat ik zal leven naar mijn eigen waarden en normen en mijn eigen missie zal blijven uitdragen? Wetende dat dit nooit perfect zal verlopen. Wetende dat ik mild zal moeten zijn naar mezelf toe als het toch weer even niet gelukt is. Terwijl ik zo veel mogelijk anderen help om ook volledig in hun eigen kracht te gaan staan, om ook hun eigen geweldigheid te herontdekken en uit te dragen. Want dat is het punt, toch? Elkaar helpen om spiritueel verder te geraken. Elkaar helpen om te verlichten, om te leven, om écht te leven. Om de essentie te (her)ontdekken, om liefde te delen, om connecties te maken.
Vandaag, mét al die gedachten in mijn hoofd, stapte ik rustig binnen bij mijn ex-werkgever. Zonder stres, zonder “verplichtingen”, zonder angst. Ik gaf de laptop aan met de grootste zorg voor de ontvanger, met een open hart, met mildheid en geduld en zag de mens die het ontving. De mens achter mijn ex-collega, de ziel die het aannam. En ik was zo dankbaar dat ik dat mocht ervaren.
Reactie plaatsen
Reacties